Maak in je tuin meer gebruik van de natuur. Ze zaait cadeautjes voor jou, voor hommels en andere dieren. Maakt ze het te bont, dan stuur je gewoon een beetje bij.
Luie tuinier
Veel tuiniers hebben hun tuin ingericht volgens een strak ontwerp. Zo’n ontwerp is vaak bedoeld om jarenlang hetzelfde te blijven. Een deel van de tuin is dan bestraat. En er zijn vaste, afgebakende vakken voor gazon, vaste planten, bomen of heesters. Op deze manier ingericht is een tuin een statisch geheel.
Dit is een manier van tuinieren die je veel om je heen ziet. Maar er zijn nog meer manieren waarop je kunt tuinieren.
Zelf ben ik een luie tuinier. Ik probeer de natuur zo veel mogelijk het werk te laten doen in mijn tuin. Dit betekent wel dat ik ermee akkoord moet gaan dat de tuin doorlopend verandert. De natuur is namelijk dynamisch van aard; ze wil van iedere bodem uiteindelijk bos maken. Ze doet dit in vijf fasen, en in een vaste volgorde. Dit proces wordt ‘successie’ genoemd. In de blogserie over successie leg ik je hierover meer uit.
Voor mij is successie de basis van tuinieren. De natuur mag mij verrassen met cadeautjes. Maar ik stuur haar wel een beetje bij.
Bloemen komen spontaan binnenwaaien
Soms kan er op het grensvlak tussen de statische tuin en de dynamische natuur een kleine strijd plaatsvinden. Want Moeder Natuur zaait rustig plantjes waar je ze eigenlijk niet had bedacht. Zoals muurbloemen (Erysimum) tussen de tegels tegen het huis. Of paardenbloemen in het gazon. Je hebt er een heleboel werk aan om je tuin telkens weer terug te brengen naar zijn statische zelf. En laat ik daar nou veel te lui voor zijn.
Dus ben ik al een paar jaartjes bezig om tussen mijn gecultiveerde planten wat meer ‘dynamiek’ in de tuin toe te laten. En eerlijk is eerlijk, soms is dat best moeilijk. Soms groeit er een plantje tussen de voegen van het pad naar de voordeur. En dan denk ik: Jij hoort hier niet, dit is een looppad. En dan wil ik ‘m eruit trekken. Maar vervolgens denk ik: Wacht eens even. Als jij hier zó graag wil groeien, dan ben je misschien wel de juiste plant op de juiste plaats. En dan laat ik hem staan. Kijken wat het wordt (Digitalis; vingerhoedskruid).
Cadeautjes om te eten
Door hier en daar planten voorlopig maar even te laten staan, heb ik al heel veel cadeautjes gekregen van de natuur. Zoals bijvoorbeeld deze maartse viooltjes (Viola odorata).Ze zijn spontaan binnen komen waaien, en vestigden zich onder de kersenboom. Ze zijn schitterend blauw en ruiken heerlijk. En je kunt ze bovendien eten. Ze smaken bloemig-zoetig, en ze fleuren een fruitsalade helemaal op.
Hop naar de top
Een andere 'binnendringer' was de hop (Humulus lupulus). Deze slingerde zich vrolijk omhoog in de perenboom. In no-time had hij de top bereikt.
De hop is een mooi voorbeeld uit de categorie: de natuur mag het werk doen, maar ik stuur wel een beetje bij. Tijdens een cursus over Voedselbossen leerde ik dat hopscheuten eetbaar zijn. Dus tegenwoordig knip ik de hop terug als hij me teveel woekert. Loopt ze dan weer uit, dan gaan de jonge hopscheuten door een omelet. Smaakt prima!
Cadeautjes voor dieren om ons heen
De mahoniestruik (Mahonia aquifolium) is een niet-inheemse, wintergroene tuinheester. Ze zaait zich gemakkelijk uit, en wordt daarom wel gezien als een invasieve exoot. Inderdaad staan er bij mij in de tuin een aantal op plaatsen waar ik ze niet zelf heb neergezet, zoals midden in de ligusterhaag.
Maar de positieve keerzijde is dat ze heel vroeg bloeit, namelijk al in maart. Op de eerste warme dagen na de winter levert Mahonia stuifmeel en nectar. Dat is precies wat hommelkoninginnen nodig hebben als ze wakker worden na hun winterslaap.
Het gaat slecht met de bijen en de hommels. Hun aantallen gaan hard achteruit. Daarom laat ik mijn mahonia’s voorlopig toch maar even staan. Als cadeau van de natuur, om hommels en bijen in het vroege voorjaar van voedsel en energie te voorzien. Dat heeft deze steenhommel nodig om een nieuw hommelvolk te kunnen stichten.
Gras is het cadeau dat je van de natuur krijgt als je het niet wil hebben. Het steekt de kop op tussen voegen in je terras en het wurmt zich tussen je plantjes. Wil je juist gras, dan krijg je het niet. Zoals in je gazon. In plaats van gras verschijnt er dan mos of paardenbloemen. Je zou haast kunnen zeggen dat gras eigenlijk alles doet wat je nou net niet wil.
Op het moment doe ik een experiment op een klein stukje tuin van ongeveer 20 m2. Hier groeit gras. Ik wil dat gras eigenlijk niet, maar het gras wil daar wel. En dan heb je nog die campagne: Maai mei niet. Kort samengevat: er staat gras in mijn tuin en het groeit als de tierelier, maar ik mag het niet maaien.
Toch is het gras een interessant stukje tuin. Want behalve wilde bloemen vinden ook sprinkhanen er in de zomer een mooi leefgebied.
Toen ik in juni de helft van het gras maaide (de sprinkhanen kregen de andere helft), liet ik het gras drogen. Ik stopte het in een oude bloempot en plaatste die vlakbij de hut van Spike, 'onze' egel. In deze blog vind je een filmpje waarin je hem het hooi uit de bloempot ziet plukken. Dus ik mag het gras misschien niet zo leuk vinden, dieren zijn er hartstikke blij mee.
De natuur brengt gezonde planten
Dit was maar een kleine greep uit de verzameling planten die zich spontaan in de tuin hebben gevestigd. En het leuke is: er valt me aan deze cadeautjes van de natuur iets op. De cadeautjes betreffen namelijk altijd zeer gezonde planten. Ze zijn mooi groen, groeien goed en vermeerderen zich enthousiast. Ze groeien op de plaats die ze zelf hebben uitgezocht. En omdat de omstandigheden gunstig zijn, breiden ze zich spontaan uit.
Eigenlijk zijn zij de makkelijkste planten in mijn tuin.
Let op: wil jij ook planten uit je tuin gaan eten? Zorg dan dat je zeker weet dat ze niet giftig zijn!
Reactie plaatsen
Reacties