Wil je een fruitboom die veel vruchten draagt? Mishandel hem niet, maar plant er twee. Laat de natuur haar werk doen, en je krijgt mooie vruchten. Zonder snoeischaar.
Snoeien: te vroeg, te laat, te nat, te veel
Het klinkt als een droom. Lekker je tuin in lopen en dan een paar zoete, sappige appels plukken. Van eigen boom. Maar fruitbomen zijn moeilijk en je moet ze snoeien. Daarom begin je er misschien maar niet aan.
Het is niet verwonderlijk dat je je ongemakkelijk voelt bij het idee een fruitboom te moeten snoeien. Het kan namelijk op honderd-en-één manieren verkeerd. Snoei je te vroeg, dan vriezen de takken in. Snoei je te laat, dan bloedt de boom dood. Snoei je bij vochtig weer, dan is de boom vatbaar voor schimmels en andere infecties. Snoei je te veel, dan maakt je boom van schrik alleen lange dunne takken: waterloten. En die dragen voorlopig geen vruchten...
Internet en snoeien. Hoe dan?
Ga je je verdiepen in fruitbomen snoeien, dan blijkt de informatie op internet verwarrend. Je kunt snoeien in november. Nee, niet in november. In de zomer. In de winter. Eén keer per jaar. Nee, twee keer per jaar. Het hangt van de leeftijd van de boom af.
Dit roept bij Oasemeisje de vraag op: wat als je geen professionele fruitteler bent, met chirurgische handjes en een gouden snoeischaar? Is het dan eigenlijk wel zo’n goed idee, dat snoeien?
Wolk van bloesem
De twijfel wordt nog versterkt door de persoonlijke ervaring van Oasemeisje. Oasemeisje plantte eens een appelboom, een pruimenboom en een kersenboom. ‘Fruitbomen moet je snoeien,’ kreeg ze te horen. ‘Alleen de kersenboom niet. Van kersenbomen moet je afblijven.’
Het gevolg? Op een mooie dag in maart ging Oasemeisje aan het snoeien. Maar de kersenboom liet ze met rust. De appelboom reageerde met de aanmaak van allemaal lange, dunne waterloten. Hij gaf geen appels. De pruim gaf wel vruchten, maar die hadden een vreemde metalige glans en witte schimmelachtige puntjes. Het bleken ziektes: loodglans en monilia-rot.
De kersenboom daarentegen deed het uitstekend. Hij groeide uit tot een enorme wolk met witte bloesem in het voorjaar. Op de eerste warme lentedagen gonsde het in de kroon van de bijen. De boom was zo prachtig dat theedrinken onder de kersenbloesem traditie werd. Er kwamen bovendien veel kersen aan de boom. Meestal werden die door de vogels geroofd. Wat aan de onderste takken hing, was voor Oasemeisje.
Snoei gewoon lekker niet
Bomen groeien dus prima zonder onze 'hulp'. Toch worden we aangespoord om fruitbomen te snoeien. Ze geven dan namelijk meer vruchten. Laten we die redenering eens volgen.
Fruitbomen dragen het meeste fruit op horizontale takken. Je hoopt daarom bij het snoeien dat de nieuwe scheuten mooi horizontaal groeien. Maar dat doen takken meestal niet. Ze groeien naar het licht, en dat is omhoog.
Verticale takken geven minder vruchten. Om dit te verhelpen kun je de takken uitbuigen. Je moet ze dan met touw vastzetten aan de stam of onderliggende takken. Of je hangt er gewichtjes aan. Als het goed is, krijg je nu veel appels.
Maar veel appels betekent ook veel gewicht. Horizontale takken kunnen dit gewicht bijna niet dragen en beginnen door te zakken. Je moet ze stutten om te voorkomen dat de tak breekt. Soms breekt de tak dan alsnog, vlak achter de stut. Daarom wordt er gedund.
Behalve het gewicht is er nog een reden om te dunnen. Een boom beschikt over een beperkte hoeveelheid energie en voeding. Moet ze die over veel appels verdelen, dan blijven die kleiner dan wanneer ze maar enkele appels hoeft te voeden. Hou je veel appels aan je boom, dan krijgen die een groeiachterstand. Ze blijven ondermaats. Haal je een deel van de oogst voortijdig weg, dan krijg je mooiere, betere appels.
Oasemeisje leidt hieruit af dat je blijkbaar eerst moet snoeien en kunstgrepen uithalen om meer appels te krijgen. En dat je die appels later weer moet weghalen. Dat valt toch moeilijk te rijmen.
Oasemeisje snoeide daarom een perenboom maar eens een poosje niet. Want als het om snoeien gaat, kun je appels en peren prima vergelijken.
Wat gebeurde? De takken groeiden verticaler, maar er kwamen wel een aantal peren aan. Door het gewicht hiervan bogen de takken vanzelf uit naar een horizontalere positie. Omdat er niet teveel vruchten aan de tak zaten, werden de peren mooi groot. Helemaal vanzelf, Oasemeisje hoefde er niets voor te doen!
Plant twee kruisbestuivers
En dan is er nog een aandachtspuntje als je veel vruchten wil. Veel fruitbomen, zoals appels, peren, pruimen en kersen, zijn kruisbestuivers. Ze kunnen zichzelf niet bevruchten. Er moet daarom een zelfde soort boom (bijvoorbeeld appelboom - appelboom) maar van een ander ras (bijvoorbeeld elstar – topaz) in de buurt staan.
Het is hierbij belangrijk dat de twee rassen op hetzelfde tijdstip bloeien. Bijen moeten van de bloemen van de ene boom naar de bloemen van de andere kunnen vliegen. Alleen dan kunnen ze die bevruchten. Sommige fruitrassen bloeien in verschillende perioden. Kies je de verkeerde combinatie, dan bloeien ze langs elkaar heen. Raadpleeg daarom een bestuivingstabel. Zoektermen zijn bijvoorbeeld “bestuivingstabel appel”, of “bestuivingstabel peer”.
Je kunt het bestuivingsvraagstuk ontlopen door te kiezen voor een zelfbestuiver. Dit is een fruitboom die zichzelf wel kan bestuiven. Die zijn er ook. Maar wees dan tevreden met weinig appels Want ook bij zelfbestuivers is de opbrengst beter als er een fruitboom van een ander ras in de buurt staat.
Daarom is de conclusie van Oasemeisje: is het je doel om veel te kunnen oogsten? En ben je niet die professionele fruitkweker met chirurgische handjes en een gouden snoeischaar? Koop dan twee fruitbomen van dezelfde soort en een verschillend ras, en snoei die lekker niet.
Snoeien om je boom gezond te houden: 3 tips
Oasemeisje ziet vooral redenen om met de snoeischaar van fruitbomen af te blijven. Heb je een gezonde boom, dan wil je die gezond houden. Een gezonde boom groeit rustig in zijn eigen tempo. Hij maakt zelf een open kroon. Hij blijft in principe onbeschadigd, heeft dus weinig kans op infecties. En hij kan in zijn eigen tempo vruchten maken. Zeg nou zelf, dit is in een notendop wat je jezelf ook zou gunnen in je productieve leven.
Toch kan er een reden zijn om toch de snoeischaar op te pakken. En dat is als je dood hout of schurende takken ziet.
Snoei dood hout zodra je het ziet
Als je dood hout niet verwijdert, dan doet de natuur het voor je. De tak breekt af, met kans op een infectiegevoelige, rafelige wond. Doe jij het snoeiwerk, dan kun je een mooie gladde wond maken.
Knip terug tot in het levende hout. Je weet niet waarom de tak is doodgegaan. Misschien zit er een virus, schimmel of bacterie in. Laat je dood hout in de stomp zitten, dan heb je kans dat een infectie zich uitbreidt tot die uiteindelijk ook in de stam terecht komt.
Snoei schurende, kruisende takken
Als takken schuren, dan beschadigt de schors. De sapstroom komt bloot te liggen. Krachtverlies en infectiegevaar liggen dan op de loer. Bepaal daarom welke tak je wil laten staan, en haal de andere weg. Meestal knip je de tak die het meest naar binnen, dus kroon inwaarts, groeit. Naar buiten wijzende takken zullen elkaar minder snel kruisen.
Deze jonge appelboom is verkeerd gesnoeid. De takken groeien naar elkaar toe, de kroon in. Ze zullen elkaar gaan kruisen en beschadigen. Had de boom zijn hoofdtakken gewoon mogen behouden, dan had hij zelf zijn groei kunnen regelen. Dan was er waarschijnlijk niets misgegaan.
Werk 3S
Als je onverhoopt toch moet knippen, werk dan altijd 3S: met een Schone, Scherpe Snoeischaar.
Schoon, omdat je wil vermijden dat een vieze snoeischaar infecties overbrengt. En scherp, omdat je streeft naar een gladde wond. In rafels gaan makkelijker bacteriën, schimmels en virussen zitten.
Pluk boomvriendelijk, neem nu wel je snoeischaar mee
Voor de tofste oogst laat je dus liefst de natuur haar werk doen. Zet twee kruisbestuivers neer waar je van afblijft. Bijen en hommels zorgen voor de bestuiving. De boom regelt de stand van de takken en kiest het aantal appels dat hij goed kan dragen. Je hoeft dan nog maar één ding te doen, en dat is hier de vruchten van plukken.
Voel voorzichtig of de vrucht al wil loslaten. Doet ze dit niet, dan kan ze nog verder afrijpen aan de boom. Je kunt wachten tot de vrucht van de boom valt. Maar door de val wordt ze mogelijk beurs, of er beginnen beestjes aan te knabbelen. Je kunt ook de vruchten plukken als ze nog aan de boom hangen, en ze dan op een warm plekje in de zon (vensterbank) verder laten afrijpen.
Hoe je het ook doet, trek nooit vruchten van de boom. Er is dan kans dat je behalve de steel ook een stukje van de tak (de vruchtzetel) kapot trekt. Hier zal de boom in de toekomst geen vruchten meer dragen. Als een snoeischaar ergens op z’n plaats is, dan is het hier. Trek niet, maar knip de vrucht van de boom. Knip hierbij door de steel van de appel.
Reactie plaatsen
Reacties